Verklaring van James Henry Shook jr
Transcriptie van Gerrit Breet

Fukuoka #2       Fukuoka #6 Roster

In de staat California )
Country of San Diego )
In de zaak, misdaden gepleegd tegen Krijgsgevangenen in het kamp Fukuoka #2, Japan
Verklaring van James Henry Shook jr.

VERKLARING

Ik, James, Henry Shook jr., Luitenant Amerikaanse marine, Registratie nummer 490 811, Woon adres, 59e street 704, San Diego, California.
Geplaatst op het Marine Training centrum, California, eerst onder ede verklaard naar eer en geweten te verklaren dat:

Ik was overlevende van de gezonken US Pope die is ten onder ging in de Java zee, ten zuiden van Borneo op 1 maart 1942. Ik ben samen met andere overlevende opgepikt door een Japanse boot en naar Celebes eiland gebracht. Twee nachten later ben ik overgebracht naar Makassar waar ik ben ondergebracht in de locale gevangenis voor een periode van 30 dagen. Op 24 oktober1942 kwam ik aan in Fukuoka kamp 2, na een boot reis van 7 dagen aan boord van de ASAMA MARU. Ik verbleef in Fukuoka #2 tot 19 juni 1945, op deze datum ben ik verplaatst naar Orio, nabij YAWAT, naar POW kamp No #9. Later is de naam van dit kamp veranderd in Fukuoka #6. Ik ben bevrijd door Amerikaanse strijdkrachten en teruggekeerd in Amerika op 23 oktober 1945. Ik heb al eerder verklaringen afgegeven over oorlogsmisdaden in het Oakland Naval Hospital, California. In oktober 1945. De laatste verklaring heb ik gegeven in het Naval Training Center, San Diego, California. In oktober 1946.

Ik verklaar hierbij dat ik nooit tijdens mijn gevangenschap in een cel heb gezeten, ik kan ook geen burger tolk herinneren of een persoon met de Bijnaam Beethoven of SUNIOKA. Ik moet toegeven dat ik een slecht geheugen heb met betrekking tot het onthouden van namen. Ik stel daarom voor dat de persoon hierna genoemd als Tolk No 2 en SUNIOKA alias Beethoven de zelfde persoon zijn.

Algemene kamp condities.
De condities in Fukuoka #2 waren nooit goed. Het kamp was redelijk nieuw toen wij aankwamen. En de eerste indruk was dat het er redelijk uitzag. Na verloop van tijd werd het leven van de gevangenen zwaarder. Voor zover ik weet waren er in totaal 60 doden door Longontsteking, Dysenterie en Ondervoeding. De hoofdoorzaak was volgens mij ook de lichamelijke en geestelijke zwakheid van de gevangenen. Dit werd veroorzaakt doordat de zieken evengoed moesten werken, het continue slaan en straffen en ook de constante aanwezigheid van mede gevangenen om je heen.

Het voedsel was de gewoonlijke Japanse hoeveelheid rijst met soep driemaal per dag en was natuurlijk onvoldoende, door zieke bereid en in onvoldoende hoeveelheid. Het werk bestond uit zware lichamelijke arbeid in de scheepsbouw in de haven van Nagasaki. Slaan en schoppen was aan de orde van de dag in het kamp en op de scheepswerf door elke Japanner die iets met het leger of de scheepsbouw te maken had, met uitzondering van de kamp commandant en de dokter. Voor elke overtreding of poging tot overtreding werd de gevangene ter plekke gestraft, vaker wel dan niet. Een gestrafte gevangene werd na de straf naar het wachtgebouw gestuurd waar het slaan werd voortgezet. Zelf ben ik nooit naar het wachtgebouw gestuurd. Behalve het volgende gedeelte van mijn verklaring kan ik mij geen specifieke omstandigheden, verraders of slachtoffers van straffen herinneren of een andere vorm van misbruik. Ik ben geen getuige van een incident dat resulteerde in de dood van een gestrafte. Zoals eerder verteld kan ik mij weinig namen of bijnamen herinneren van Japans bewakingspersoneel. Voor het doel van deze verklaring heb ik personeel geïdentificeerd die ik noem in mijn vervolg van de verklaring.

Groepsstraf
Tijdens een gelegenheid, ik kan geen datum herinneren, ontbrak er een kilo suiker uit de keuken. Suiker in de keuken werd altijd bewaard in het kantoor van de Honcho in een emmer. Als de POW koks suiker nodig hadden werd dit door de Honcho zelf in de ketel gedaan. Geen van de koks of de gevangenen had toegang tot de suiker in de keuken. Toen de suiker vermist werd liet de Japanse HAKAR SAN en de Honcho hierna genoemd als Honcho No 3 HARITA, alle 11 gevangene die in de keuken werkte aantreden langs de oude hout kachels die op dat moment niet werden gebruikt. Door HAKARI werd de tolk geroepen en aan de gevangenen werd gevraagd wie de suiker had gestolen. FELIX, Walton een machinist maat van de USS Perch en twee anderen gevangenen stapte naar voren en gaven de diefstal toe. Honcho No 3 stapte op de hout kachels die ongeveer tafel hoog waren. Hij liep langs de rij gevangenen inclusief mijzelf en sloeg iedereen tegen de zijkant van zijn hoofd met een houten Japanse Klomp. WALTON en de twee andere werden veel erger geslagen door de Japanners HAKARI en HARITA. Ik geloof dat een Japanner zelf de suiker had gestolen. De gevangenen gaven de diefstal toe om ergere mishandeling te vermijden. Ik moet toegeven dat veel gevangene voedsel stalen en hoopte er mee weg te komen, ik heb het zelf ook gedaan. Maar de Japanners die wisten dat de gevangenen de schuld kregen stalen zelf het meest.

Tijdens een andere gelegenheid, de datum weet ik niet meer werd 3 pond "Mizo Pasta"vermist. Dit is een Soja pasta mix wat smaakt naar zaagsel vermengt met azijn en praktisch niet te eten.
BOKKA GO en Honcho No 3 onderzochten de zaak. Maar konden geen gevangenen vinden die de diefstal toegaven. BOKKA GO verbood alle gevangene de warme maaltijd (1500 personen).
Dit verbod werd afgegeven na de avondmaaltijd was berijd maar nog niet verstrekt. Het resultaat was dat we deze avond geen eten kregen. Ook de volgende morgen en middag kregen we niets te eten. Vlak voor de avondmaaltijd gaf een gevangene waarvan ik de naam niet weet de diefstal toe. Ik geloof dat deze gevangene de diefstal toegaf om te zorgen dat de rest van de gevangene wel een maaltijd kreeg. Deze avond kregen we de maltijd van de avond te voren (koud). Tegen deze tijd de rijst was koud, Klonterig en rook naar afval.

Gedwongen arbeid door de zieken
In het begin van onze gevangenschap werden zieken die niet konden werken gemuteerd door een POW arts, deze mutatie werd door de Japanners geaccepteerd. Verder in de tijd werden deze mutaties minder vaak door de Japanners geaccepteerd. Zieken die door de POW artsen te ziek waren om te werken werden naar een Japanse arts gestuurd. Deze gaven bijna nooit een mutatie af. Zoveel gevangene melden zich ziek bij de Japanse arts dat BOKKA GO een order liet uitgaan dat alle zieken voordat ze naar de arts gingen bij hem moesten langskomen. Zover ik weet heeft niemand ooit toestemming gehad van BOKKA Go om niet te werken. De Nederlandse artsen deden alles wat ze konden maar waren bijna hulpeloos. Een Nederlandse arts heeft mij verteld dat hij per dag maar 15 zieken mocht aanwijzen (1%)voor vrijstelling van werk.

Zoals verklaard werd het meeste werk gedaan in de scheepsbouw, wat ongeveer 2mijl van het kamp lag. Daar onder toezicht van de keizerlijke Marine boorde gevangene gaten in stalen platen, met gebruik van langzame Japanse boren die 40 pond wogen. Als men niet aan het boren was moesten de gevangenen restafval metaal verplaatsen, van de ene stapel op de andere. Tijdens diverse gelegenheden werden gevangenen die de afstand niet konden lopen naar de scheepsbouw gedragen door andere gevangenen.

Stelen van Rode-Kruis voorraden
Tijdens mijn gehele gevangenschap heb ik in totaal 2/3e van een Rode-Kruis pakket ontvangen. Elke gevangene kreeg een paar Rode-Kruis schoenen die hij niet mocht dragen rond de scheepsbouw en soms in het kamp. De reden was slijtage van de schoenen en de tekorten aan schoenen van het burger personeel in de scheepsbouw. Alle Japanners inclusief de Commandant droegen Rode-Kruis schoenen. Dit waren de bruine leger type schoenen. Ik heb geen andere Rode-Kruis kleding gezien die door de Japanners werd gedragen maar wel verdacht ik hen ervan dat ze warm Rode-Kruis ondergoed droegen. Ik was tewerk gesteld in de kamp keuken voor een periode van 8 maanden vooraf gaande aan de periode 17 juni 1945. Gedurende deze periode tot aan het einde zag ik tijdens mijn verblijf in Fukuoka #2 zag ik pakken met Amerikaanse SPAM naar de Japanse keuken gaan. Ik heb in mijn tijd in het leger heel vaak SPAM gegeten en kan me niet vergissen in de geur, kleur en smaak van de SPAM. Tijdens de gelegenheden dat de gevangenen SPAM kregen aten de Japanners ook SPAM. Een blik van 12 ons werd verdeeld over 5 gevangenen. De japanners kregen per twee man een blik. Japans personeel inclusief de commandant rookte Amerikaanse sigaretten. De Japanners hadden deze pakjes in hun zakken en rookte deze waar iedereen bij was. De Amerikanen kregen een rantsoen van twee sigaretten per dag.

Specifieke incidenten van wreedheden.
Incidenten van wreedheden en klappen waren zo algemeen en vaak dat ik het moeilijk vind een specifieke gelegenheid te noemen. Ik heb toch naar het best van mijn geweten een aantal incidenten te noemen.

INCIDENT NO. 1
Tijdens het aantreden op een ochtend om 06:00 werd een gevangenen tijdens het aantreden onwel en stortte in. Een Nederlandse POW arts met de bijnaam Sleepy Sam vroeg aan de tolk die aanwezig was om aan BOKKA Go te vragen de gevangenen toestemming te geven om niet te hoeven werken. De conversatie vond wel binnen mijn gehoorsafstand plaats maar ik kon niet alles verstaan. Tolk No 1 begon de arts te slaan en ging hiermee door voor 1 ½ minuut. Hij werd met vuisten en open handen geslagen. Ik zag de arts na de straf en hij zat onder de bulten en kneuzingen. Hij werd door tolk No 1 naar het wachtgebouw gestuurd waar hij 3 dagen moest blijven. De reden dat hij was geslagen kwam omdat hij het woord Jap gebruikte. Ik weet niet of de ingestorte gevangene aan het werk moest na de straf aan de dokter.

INCIDENT NO 2
Zelf ben ik geen getuige van dit incident maar heb het van horen zeggen.
Rond 06:00 tijdens het aantreden voor vertrek naar de scheepshaven stortte een Amerikaanse burger in die gevangen was genomen op Wake Eiland Deze man werd voor BOKKA GO gesleept en zo erg geslagen dat hij naar de cel gedragen moest worden, waar hij twee dagen later overleed. Ik beschrijf deze man als iemand tussen de 55 en 60 jaar, met een bochel. Dit incident is gebeurd tussen november 1944 en februari 1945. Ik kan verklaren dat ik betrokken gevangenen daarna nooit meer gezien heb.

INCIDENT NO 3
In het begin van onze gevangenschap kregen we een salaris betaald. Dit was niet veel en sommige gevangenen gebruikten dit geld om buiten het kamp een krant te kopen. Deze aankoop gebeurde via een burger werknemer op de haven. Hier werd hij stiekem gelezen, en doorgegeven aan Majoor Horrigan, die een uittreksel ervan doorgaf binnen het kamp. De Japanners probeerde te achterhalen hoe het nieuws het kamp binnengesmokkeld werd. Op een avond, de datum is mij onbekend maar de POW waren al naar bed, HAKARI SAN kwam de barak binnen en nam Strauss een overlevende van de US Pope mee naar het wachtgebouw. In het donker kon ik horen dat iemand werd geslagen en mishandeld, ik nam aan dat het Strauss was. Strauss kwam zeven dagen later terug in een zeer slechte conditie. Zijn gezicht was opgezwollen en de lijnen in zijn gezicht waren niet te herkennen. Strauss vertelden mij later dat hij was geslagen door BOKKA GO en tolk nummer 2, ook een persoon die gelijkenis vertoond met bewijsstuk A en AA.
Deze personen wilden van hem weten hoe het nieuws het kamp in werd gesmokkeld. Nadat Strauss terug kwam werd twee andere meegenomen, dit waren Delman en Hazel. Ook deze personen kwamen in elkaar geslagen terug maar zagen er niet zo erg uit als Strauss.
Zowel ik als de drie voorgenoemde personen vermoeden dat de japanners waren getipt door een Amerikaanse burger tol die ik verder zal noemen als "JAPSTOOGE" voor het opmaken van dit verslag. Wij veronderstellen dat hij Strauss had verraden omdat "JAPSTOOGE" wist, dat Strauss veel sigaretten, rijst en andere artikelen verruilde.

INCIDENT NO 4
Op een morgen, 01:00 de datum weet ik niet, had mijn groep kantint corvee. We besloten om zoete aardappels te gaan bakken in plaats van ze in de soep te doen. Nadat de aardappel gebakken waren en een gevangene al aan het eten was kwam BOKKA GO binnen en liet ons allemaal aantreden op een rij. We werden allemaal in ons gezicht geslagen en gestompt. Niemand van ons was ernstig gewond.

INCIDENT NO 5
Op een morgen, 08:30 de datum weet ik niet, het moment waarop de voeding naar de keuken wordt gebracht, Zag ik een afstraffing van HAKAR SAN aan Felix, Walton. Een overlevende van de USS Perch. Walton had met zijn handen suiker opgeschept uit een emmer in de voorraadkamer en in de ton van Honcho gegooid. Japanse suiker is dik en plakkerig en Walton begin na dit werk zijn handen af te likken. HAKARI SAN sprong boven op Walton en sloeg hem in elkaar tot hij te moe was om door te gaan. Walton was in zijn gezicht geslagen voor een periode van zeker twee minuten. Het resultaat van deze aframmeling was een opgezwollen gezicht vol schrammen en bulten.

INCIDENT NO 6
In de haven werkte een Japanner "HARANO" alias "de snor" genoemd die iedereen, die onder hem werkte wel een keer in elkaar geslagen had. Ik durf stellig te beweren dat hij minstens 500 keer iemand in elkaar geslagen heeft. Dit deed hij met wat hij maar voor handen had zoals, knuppels, stokken en metalen staven als hij vond dat het boren van gaten niet snel genoeg ging of als hij dacht dat iemand in het toilet probeerde onder het werk uit te komen. Ik wil de mishandeling van DW, Herndon aanhalen als voorbeeld, deze persoon is zeker niet minder dan 25 keer door hem in elkaar geslagen. Ik heb HARANO, Herndon zien slaan terwijl hij over een boor gebogen stond. Toen Herndon viel bleef hij hem schoppen in zijn ribben en gezicht, ook werd hij geslagen met een knuppel. Ik zag HARANO ook POW Lembeck een overlevende van USS Pope afranselen. Dit was een enkel incident.
De favoriete sport van de Japanners was om gevangene bewusteloos neer te slaan. Dit werd gedaan als een gevangene niet snel genoeg salueerde of haperde bij het aftellen in het Japans.

Bewijsstukken ( Identificeren van bewijsstukken )
Hierbij zijn een aantal bewijsstukken gevoegd die mijn handtekening dragen.

Bewijsstuk "A" en "AA". Zie boven. Ik weet niet meer de naam van deze persoon. Ik geloof dat hij twee zilveren sterren op een gouden ondergrond had. Volgens mij was hij werkzaam in de administratie. Hij ging er prat op dat hij iedereen in het kamp wel een keer in elkaar geslagen had. Hij had ook het idee dat hij de sterkste man van het kamp was. En keer werd ik betrapt tijdens het stelen van eten en werd ik door hem geslagen dit was niet al te ernstig want hij kon met zijn vuisten niet zo hard slaan. Vaak haalde hij een andere bewaker om iemand te slaan. Vaak werden gevangene nadat ze waren geslagen afgevoerd naar het wachtgebouw waar het slaan en schoppen doorging, deze keer werd ik niet afgevoerd naar het wachtgebouw. Deze persoon sloop vaak de barak binnen om iemand te betrappen op het roken in de barak op een net voorgeschreven manier. De voorgeschreven regel was dat iemand zittend een sigaret moest roken met een asbak voor hem op tafel. Dit kan ik begrijpen ivm brandgevaar.
Bewijsstuk "B"

Ik identificeer deze persoon als commandant van het kamp voor de laatste 10 maanden. Zijn rang is mij onbekend. Hij was rustig, mild gestemd en leek mij goed opgeleid. Zover ik weet heeft hij nooit een gevangene geslagen of iemand anders daar de opdracht voor gegeven. Ook heb ik nooit gezien dat hij een wachter tegen hield die iemand mishandelde. Ik heb deze man persoonlijk bij het wachtgebouw zien staan als een zieke POW werd geslagen zonder dat hij ingreep om de mishandeling te stoppen. Als deze man door het kamp liep heb ik vaak gezien dat leden van zijn staf de POW's sloegen omdat deze niet in de houding sprongen of salueerde. Dit gebeurde bijna dagelijks wat het moeilijk maakt om een bepaalde gelegenheid te noemen.

Bewijsstuk "C"en "CC"
Bij deze persoon heb ik een twijfel. Hij heeft de mond en de lippen van "tolk No 2" Het meest uitspringende kenmerk van deze persoon was zijn haardos. Zeker ben ik niet van hem en kan hem daarom niet positief identificeren.

Bewijsstuk "D"en"DD"
Deze persoon kan ik positief identificeren als "BOKKA GO" alias "MAD SOW" alias "GLASS EYE"alias "THE DOPE". En andere bijnamen die ik niet zal noemen. Zijn rang weet ik niet maar ik geloof dat hij drie sterren had en een Amerikaans equivalent van een Sergeant Majoor was.
Ook omdat hij letterlijk het kam runde. Deze man was overal bij aanwezig, gaf orders uit en was volgens mij gestoord. Hij had een wilde starende blik in zijn ogen wat hem de bijnam The Dope gaf alsof hij onder invloed van drugs was. Bij mishandelingen was hij altijd aanwezig en de meest erge mishandelaar. Hij stuurde zijn slachtoffers altijd naar het wachtgebouw na een straf vaker dan andere bewakers. Soms kwam hij snachts de slaap barak binnen en trok gevangene voor bijna niets uit hun bed en sloeg ze in elkaar omdat hun schoenen niet netjes naast hun bed stonden, daarna werden ze naar het wachtgebouw getuurd. Hierna kreeg de rest extra werk om aan de schuilkelders voor luchtaanvallen te werken bij hun terugkeer uit de haven zonder te hebben gegeten. Hij gaf de straf om aan de schuilkelders te werken zo vaak dat hij daarom de bijnaam BOKKA GO kreeg wat in het Japans Schuilkelder betekend. Dit moesten de gevangenen doen tot 20:00 of 21:00 uur. Daarna kregen ze hun eten wat koud en waterig was op dat moment. Gevangene die op deze tijd aten kregen slaag van andere bewakers omdat ze niet op de voorgeschreven tijd aten. Deze man was een beest die naarmate de tijd verstreek steeds wilder werd. Tegen het einde van de oorlog was hij volgens mij bijna krankzinnig.

Bewijsstuk "E "EE"
Deze persoon kan ik niet identificeren.

Bewijsstuk "F"
Ik weet niet de naam van deze persoon. Voor het verslag zal ik hen Honcho No 1 noemen. Voor dat ik in de keuken werkte was hij daar en had de leiding. Ik hoorde van andere gevangenen die daar werkte dat hij vaak al de gevangenen die in de keuken werkte liet aantreden en ze dan sloeg met een houten klomp. Ook heb ik gehoord dat hij eens zijn zwaard trok en dreigde iemand zijn hoofd af te hakken. Ik kan niet herinneren dat deze persoon mij ooit heeft geslagen. Ik had niet veel contact met hem, maar durf stellig te beweren dat hij meer dan 500 keer iemand heeft geslagen, maar kan mij geen specifiek moment herinneren.

Bewijsstuk "D""DD"
Japans personeel niet aan de hand van foto's geïdentificeerd.

HONCHO NO 2
Dit was een Landmacht militair die ongeveer 30-35 jaar oud was. Hij woog ongeveer 130 pond had een breed hoofd, een muizen gezicht, en kort haar. Ik had erg weinig contact met hem maar heb hem gevangenen zien slaan. Hij was ongeveer 5 Foot 3 lang.

HONCHO NO 3
Deze man kwam na Honcho 2 en was werkzaam in de keuken toen ik daar ook werkte. Hij was een landmacht militair, met twee sterren, 30-35 jaar oud, 5 Foot 9 lang, 190 pond zwaar, normale Japanse neus, normale mond en dikke lippen, kort zwart haar en bruine ogen. Deze man was zeer militair gedreven en erg sterk. Hij kon een gewicht van 75 kilo optillen en op zijn schouders nemen en dat met 1 hand. Hij deed mee met het slaan van de gevangenen zoals alle Japanners in het kamp.
Hij heeft mij een keer geslagen met een houten klomp.

Tolk NO 1
Deze man was een burger tolk werkzaam in het kamp tot januari 1945. Hij was Japanner, 40-45 jaar oud, 5 Foot lang, 110 pond, erg tenger gebouwd, zwart haar achterover gekamd, laag voorhoofd, rond gezicht, erg sloom, brede neus met smalle basis, smalle bruine spleet ogen, kleine mond met gouden tanden, Deze man sprak perfect Engels. Eens heeft hij verteld dat hij 15 jaar in Santa, Monica had gewoond. Hij sloeg gevangenen regelmatig met stokken en knuppels. Ik kan mij van hem geen specifiek moment herinneren.

Tolk NO 2
Deze man verving nummer 1, en verbleef in het kamp voor ongeveer 3 a 4 maanden. Zoals boven vermeld was zijn kenmerk een grote bos haar. Op zijn hoofd droeg hij een Japanse pet wat hem het uiterlijk gaf van een olifant met een pan op zijn hoofd. Deze man zag er zo belachelijk uit dat iedereen zijn lachen moest houden als hij in de buurt was. Hoewel hij burger was droeg hij altijd een Japans uniform. Hij was ongeveer 30-35 jaar, 5 Foot 3 lang, 120 pond zwaar, tenger gebouwd, veel lang haar, klein aapachtig gezicht, uitstaande jukbeenderen, dikke "neger lippen"en had een paar gouden tanden, Hij sprak zeer slecht Engels en was haast niet als tolk te gebruiken. Tijdens mijn verblijf heb ik hem niet vaak gezien, in zijn tijd daar werkte ik in de keuken. Ik heb hem wel gevangenen zien slaan en naar het wachtgebouw zien sturen nadat hij hen had geslagen. Zelf ben ik nooit door hem geslagen. Wel heb ik hem een Nederlander zien slaan die zijn rijst probeerde warm te stomen. De Nederlander was niet ernstig gewond en werd niet naar het wachtgebouw gestuurd.
Een keer nadat een Japans Rode-Kruis schip tot zinken was gebracht, liet hij alle Amerikaanse gevangenen aantreden. Hij vertelde over het barbaarse optreden van de westerse landen en Amerikaanse leger in het bijzonder.

HAKARI SAN
Deze man was van de Japanse landmacht en droeg drie sterren op een rode ondergrond.
Hij was boekhouder en hield de voorraad voeding bij. Tussen 30-35 jaar oud, 5 Foot 4 lang, 125 pond zwaar, Tenger gebouwd, kort zwart haar, bruine ogen, mager gezicht en had een dikke bril op. Hij had een soort haak neus en een haaien mond. Dunne lippen. Zijn bijnaam was kaak en kleine rat. Ook hij sloeg altijd gevangenen.

LIVERLIPS
Dit was een Japanse landmacht militair, rang onbekend en werkte in de keuken. 40-45 jaar oud, 5 Foot 4 lang, 140 pond zwaar, middelmatig gebouwd, zwart haar, bruine ogen en brede Japanse neus.
Zijn rechter arm was nutteloos, dit kwam door een gevecht in China. De rechter kant van zijn lichaam was bedekt met wonden. Hij sloeg regelmatig de gevangenen in de keuken. Ik heb hem ooit een Nederlander zen slaan voor het stelen van een rijst koek. Hij sloeg de Nederlander met zijn goede arm tot hij moe was. Het gezicht van de Nederlander was erg gehavend en na de straf wer hij naar het wacht gebouw gestuurd.

HARITA
Deze man werkte ook in de keuken. Landmacht militair, met drie sterren, had in China gevochten, 35-40 jaar oud, 5 Foot 7 lang, tenger gebouwd en had een regelmatig Japans gezicht, droeg een bril en zijn rechter voet was niet goed tijdens het lopen leek het wel of hij zijn voet naar voren gooide zonder te weten waar het neer zou komen. Ook deze man sloeg gevangenen ook vaak zonder aanleiding.

HARANO alias Snor
Dit was een burger die in de haven werkte. 40-45 jaar oud, 5 Foot 3 lang, 115 pond zwaar, mager gebouwd. Hij had een smalle zwarte snor. Hij was een voormalig militair die in China had gevochten. Deze man was manisch depressief. Sommige dagen was hij aardig en sympathiek tegenover de gevangenen en gaf hun noten en rijst cakes die hij meenam uit Nagasaki, Op andere dagen was hij wreed en sadistisch. Deze man was volgens mij erg patriottisch en werd beïnvloed door het slechte oorlogs nieuws.

Japanse kamp Dokter
Deze man was een regulier militaire arts, die ik bijna nooit heb gezien. Ik heb hem nooit een gevangenen zien slaan maar weet dat hij zieke gevangenen aan het werk stuurde. Dokter Viznish en andere POW doktoren kunnen meer over hem verklaren. Hij was 35-40 jaar oud, 5Foot 5 lang, 140 pond zwaar, zwaar gebouwd, kort zwart haar, bruine ogen en hij sprak volgens mij Duits.

JAPSTOOGE
Dit was een Amerikaans burger POW die gevangen was genomen op Wake Island. Ik noem hem Japstoog voor het doel van dit verslag. Ik weet zijn naam niet en weet ook geen bijnaam die hij in het kamp heeft gekregen. Hij was 30-35 jaar oud, 5 Foot 5 lang, 150 pond zwaar, roodachtig haar grijs bruine ogen en een lichte huid die snel in de zon verbrande. Hij had een puntige mond en was altijd erg stiekem. Hij keek nooit iemand aan als hij met hem sprak. Hij sprak niet veel maar als hij sprak deed hij dat op een duidelijke manier. Zijn spraak gaf me geen aanwijzing over het gebied waar hij in de US vandaan kwam. Hij was volgens mij gedeeltelijk Iers en ik zou hem op een foto herkennen.

Deze man werd erg gewaardeerd door de Japanners, en door nagenoeg alle gevangenen gewantrouwd. Hij werd door de ongeveer 24 andere burger gevangenen die met hem aan de andere zijde van het kamp leefde veracht. Door andere burger gevangenen is mij verteld dat hij regelmatig naar het kantoor van de Japanners ging als de andere al sliepen, ook werd hij snachts door een Japanse wacht uit bed gehaald en naar het kantoor begeleid, na twee uur kwam hij dan terug en een grote lach op zijn gezicht en in een goede bui. Andere burger en militaire gevangenen verklaarden dat hij extra sigaretten en eten van de Japanners kreeg. Op een keer vertelde Liverlips dat deze man nummer 1 was onder de gevangenen wat betekende dat hij hem erg waardeerde. Wij beschouwden hem als een informant en als de dader die Majoor Strauss had verraden. Ik heb geen direct bewijs dat hij een informant van de Japanners was maar alle aanwijzingen gingen in zijn richting. Ik heb ook nooit gezien dat hij door de Japanners werd geslagen en hij had de reputatie van nooit geslagen of mishandeld te zijn door de Japanners.

Conclusie:
Ik Ken geen Japanners uit Fukuoka 2 die ook maar enige sympathie toonde tegenover ons, of ook maar een vinger uitstak om een gevangenen te helpen.

Dit betreft alles wat ik weet en mij kan herinneren over gewelddadigheden door de Japanners tegen ons gepleegd in Fukuoka No 2

Dit verslag is ondertekend door James Henry Shook jr op 10 februari 1947.