Verslag van de verklaring van 1e Luitenant
Millet, A Straughan
Transcribed by Gerrit Breet

Fukuoka #2 Main

Het departement voor oorlogsmisdaden Verenigde staten van Amerika.
In de zaak betreffende mishandelingen van
krijgsgevangenen door de japanners.
Verslag van de verklaring van 1e Luitenant
Millet, A Straughan regno: 0-412164
Fort Sam, Houston, Texas.

Locatie: Inlichtingen sectie, San Antonio, Texas.
Datum: 27 januari 1947.
In aanwezigheid van: Ben Davis, Speciaal agent, 112e CIC Detachement.
Rapporteur: Clarence A. Thompson, klerk en stenoschrijver.
Ondervraagd door: Ben Davis, Speciaal agent, 112e CIC Detachement.

Q=Question A=Answer (Q=Vraag/A=Antwoord)

Q. Vertel uw naam, rang, registratienummer en permanent woon adres.
A. Mijn naam is Millet A Straughan, 1e Luitenant, Registratienummer:0-412164, 2313 Edison Drive, San Antonio Texas.

Q. Vertel de datum en plaats van geboorte, Uw formele opleiding, Uw burger beroep en uw burgerlijke stand.
A. Ik ben geboren op 24 september 1913 in San Antonio Texas. Ik ben afgestudeerd op de Thomas Jefferson High School, San Antonio Texas, in mei 1933. Ik heb als verkoper gewerkt bij diverse bedrijven in en om San Antonio Texas, voorafgaande aan mijn toetreding tot het Leger. Ik ben getrouwd op 1 november 1945.

Q. Bent u recent teruggekeerd van overzee?
A. Ja, ik ben teruggekeerd naar de Verengde staten op 15 oktober 1945. in San Francisco. We verlieten de Verenigde Staten op 21 november 1941.

Q. Was u krijgsgevangene?
A. Ja, ik was krijgsgevangene van de Japanners van 10 maart 1942 tot 20 augustus 1945.

Q. Op welke locatie werd u gevangen gehouden en wat waren de data's?
A. Tijdens mijn plaatsing bij het 131e Field Artillery, USA, ben ik gevangen genomen op het eiland Madura, op 10 maart 1942. Na mijn gevangenneming werd ik verplaatst naar Kamp Camal, Madura. Waar ik werd vastgehouden tot 1 april 1942. Daarna werd ik verplaatst naar Soerabaja, voor de tijd van 206 dagen. Ik vertrok op 23 oktober naar Batavia. Waar ik zat tot 29 oktober, 1942. Van daaruit naar kamp Changi, Singapore, per boot. Waar ik op 2 november 1942 arriveerde. Hiervandaan vertrok ik op 28 november 1942. Naar Kamp Fukuoka 2, Nagasaki, Japan. We kwamen aan op 7 december en verbleven daar tot 25 april 1945, hierna werden we verplaatst naar Mudan, Manchoukuo, waar we op 29 april 1945 aankwamen. In dit kamp verbleef ik tot mijn bevrijding op 20 augustus 1945, door Russische grondtroepen.

Q. Bent u in staat om de personen op de foto's die zijn bijgevoegd te identificeren?
A. Ja, allemaal behalve 1.

Q. Alstublieft verklaar alles wat u weet over de personen op de foto's. De gewelddadigheden die ze hebben gepleegd, de data's van de incidenten, beschrijving van elk incident en refereer naar elk bewijsnummer.
A. Bewijsstuk #1 Was de kamp commandant van Fukuoka 2, Nagasaki, Japan, in de periode van mei 1944 tot het moment dat ik het kamp verliet op 25 april 1945. Hij was ongeveer 56 jaar oud, 5 Foot, 6 lang, en woog ongeveer 135 pond, hij had een korte donkere snor en had een teruggetrokken haarlijn, en droeg drie sterren op zijn epauletten, de rang van kapitein in het Japanse leger. Ik geloof dat zijn naam Kapitein Nozaki was. Toen kapitein Nozaki in het kamp aankwam verklaarde hij dat hij het juiste zou doen als wij ook het juiste zouden doen, en het ging in de eerste twee a drie maanden vrij redelijk in het kamp, tot hij verklaarde dat wij niet met hem konden samenwerken, zodat hij verder ook niet met ons wilde samenwerken, hierdoor werden de behandelingen ruwer. Ik weet geen specifieke incidenten waar hij fysiek bij betrokken was. Hij was wel op de hoogte van veelvuldige wreedheden die door het personeel onder zijn leiding werden uitgevoerd, egen het de krijgsgevangenen en deed niets om dit te stopen of te corrigeren voor zover ik weet.

Bewijsstuk #2 was de sergeant majoor van Fukuoka # 2 en was het hoofd van al het personeel van het kamp. Zijn hoofdtaak was Sergeant van de wacht. Hij kan als volgt worden omschreven: Bekend onder de naam "BUKIOGO" ongeveer 5 Foot 9 lang, stevig gebouwd ongeveer 165 / 170 pond zwaar, glad geschoren en erg actief. "BUKIOGO" kwam naar Fukuoka 2 laat 1943 begin 1944 en was nog daar op het moment dat ik het kamp verliet op 25 april 1945. "BUKIOGO" scheen plezier te hebben in het mishandelen van gevangenen. Hij liep voortdurend een reden te zoeken om de gevangenen te slaan, het leek wel of hij in een trance ging tijden het mishandelen van een persoon. Het leek wel of hij een sadistische perverse seksuele bevrediging zocht in de martelingen die hij de gevangenen toebracht.

"BUKIOGO" en ongeveer 7 a 8 schildwachten hebben 13 Nederlandse gevangen geslagen en gemarteld voor het stelen van eten. Dit incident vond plaats in april of mei 1944. De ander schilwachten die waren betrokken waren de volgende: Bewijsstuk #3 zijn naam was Korporaal Mori, ongeveer 25 jaar oud 5 Foot 10 lang, tenger gebouwd ongeveer 140 pond, glad geschoren, en aardig ogende persoon. Het gerucht ging dat hij een test had gedaan om officier te worden en dit niet had gehaald, hierom had hij een hekel aan krijgsgevangenen met een officiers rang. De derde schilwacht die betrokken was, was de volgende: Bijnaam onbekend, ongeveer 5 Foot 9 lang ongeveer 160 pond, ongeveer 36 jaar oud en glad geschoren, hij was een burger. Het gerucht ging dat hij gewond was geraakt in China en ontslagen was uit het Japanse leger. Zijn taken waren die van een bevoorrading Sergeant. Ik weet niets zeker over de overige betrokken schildwachten.

Het eerste wat ik weet van dit incident was dat op een avond in april of mei ik een hoop commotie hoorde buiten. Toen ik door het raam naar buiten keek zag ik dat het wachtpersoneel 13 Nederlanders hadden opgesteld voor het wachtgebouw. De wacht oefende jiujitsu uit op deze gevangenen. Ook werden ze genadeloos geslagen met riemen, geweer kolven en knuppels van verschillende grote. Wanneer ze bewusteloos raakte werd er koud water over hen uit gegooid en als ze bij kwamen ging het slaan gewoon door. Ze sloegen de gevangenen tot ze moe werden en dit duurde 1 a 1/12 uur, na een korte rust pauze werd de mishandeling voortgezet. De schilwachten gedroegen zich als een groep maniakken, achend, joelend en schreeuwend tegen elkaar en tegen de gevangenen, en leken er erg veel plezier in te hebben. Wij werden gedwongen om te gaan slapen om 20:30 maar konden het slaan horen wat de hele nacht doorging. Deze 13 Nederlanders werden om beurten mishandeld gedurende de dertig dagen dat ze gevangen werden gehouden in het wachtgebouw. De eerste drie dagen werden ze continu mishandeld maar daarna alleen als de wacht er zin in had. Ik hoorde ook dat de Nederlanders de water behandeling kregen, dit hield in dat er water in de keel van de gevangene werd gegoten waarna hij in zijn buik werd geschopt en geslagen, net zo lang tot alles er weer uit was. Na dertig dagen straf werden de Nederlanders in de keuken gebracht waar ik op dat moment kantine dienst had. Hier kregen ze toestemming om een bad te nemen in een water tank naast de keuken. Ik zag tijdens het baden dat ze bond en blauw waren van top tot teen. Ik weet niet of iemand van hen aan deze mishandelingen is overleden.

"BUKIOGO" en twee a drie andere schilwachten, die ik mij niet meer kan herinneren, waren betrokken bij het mishandelen van een Amerikaanse burger die hieraan overleed. De naam van deze Amerikaanse burger was: "Reed" deze Amerikaan had een bochel en naar mijn weten gevangen genomen op het eiland Guam. Op een ochtend rond het begin van januari 1945 was "reed"zo ziek dat hij niet kon aantreden voor het afmarcheren naar de werkplaats. Een van de schilwachten ging zijn barak binnen en bracht hem naar buiten om aan te treden. Tijdens het verplaatsen naar buiten werd de gevangene geslagen en geschopt. Op dat moment moest hij voor de eenheid gaan staan en werd hij geslagen met riemen en geweer kolven. Na 15 a 20 minuten werd hij gedwongen om tussen de andere gevangenen aan te treden. Hierna veranderde de wachters van gedachten en namen hem mee naar het wachtgebouw. In het wachtgebouw werd hij weer mishandeld waaraan hij om ongeveer :11:00 dezelfde morgen overleed.

Bewijsstuk #3 Korporaal Mori die administratieve taken had maar tevens bevoorrading sergeant was liet op een morgen alle gevangen officieren aantreden. Ik kreeg deze opdracht niet op tijd door en was een paar minuten te laat. Toen ik naar de plaats van aantreden liep sloeg hij mij met een "Clip-Board" in mijn gezicht. Mori was ook de initiator van verschillende mishandelingen in het kamp, zo veelvuldig dat ik niet meer weet om welk specifiek incident het ging.

Bewijsstuk #4 bekend als "GALLY HONCO", echte naam is mij niet bekend, ongeveer 38 jaar oud, 5 Foot 10 lang, stevig gebouwd ongeveer 160 a 165 pond, glad geschoren en een teruggetrokken haarlijn. Hij was een Japanse Sergeant met als taak die van een kantine Sergeant. Hij was verantwoordelijk voor het mishandelen van onderofficieren en manschappen, hij had voor officieren een soort van respect. Ik vermoed dat "GALLY HONCO" betrokken was bij het mishandelen van de 13 Nederlanders. Maar dat kan ik niet bevestigen. Ik kan mij geen specifieke incidenten herinneren waar hij bij betrokken was. Hij was erg goed in jiujitsu en mocht dit graag laten zien. Hij mocht graag door het kamp lopen om een reden te zoeken om iemand te mishandelen en hoewel ik geen specifiek incident kan noemen weet ik dat hij betrokken was bij bijna elke mishandeling in het kamp. Elke dag waren er wel drie of vier man bij het wachtgebouw die werden mishandeld en omdat "GALLY HONCO", zo gek was op jiujitsu durf ik te beweren dat hij betrokken was bij het slaan en martelen.

Bewijsstuk #5 Was de tolk, naam onbekend, ongeveer 5 Foot 6 lang, erg tenger gebouwd ongeveer 120 pond, 43 jaar oud was een burger. Hij had erg dik haar en droeg dit erg lang. Hij had de taak om als tolk op te treden. Hij wilde absoluut niet met ons samen werken en wij verdachten hem ervan dat hij onze verklaringen verkeerd vertaalde, zodat wij meer problemen hadden. Het enige incident dat ik mij van hem kan herinneren was zijn betrokkenheid bij de straf van Majoor W.K Horrigan, Laruel street 403 Texarkana, Arkansas, die hij liet halen door een schilwacht en hem naar zijn kantoor liet brengen. Hij liet Horrigan voor hem knielen en sloeg hem
meerdere malen in zijn gezicht. Tijdens deze straf beschuldigde hij de majoor ervan dat hij met verschillende dingen bezig was in het kamp. Deze informatie had hij van andere gevangenen dat de majoor hen handelingen liet doen die tegen de regels waren. Hij vertelde niet wat de namen waren van de gevangenen die hem dit hadden verteld.
Hierna werd majoor Horrigan naar het wachtgebouw gebracht voor 7 dagen waar hij 2/3e van zijn dagelijkse rantsoen kreeg, wat bestond uit ongeveer 1200 calorieën. Het eten bestond uit rijst, soep en soms wat vis. We verdachten wel sommige gevangenen van het verraden van andere. De enige Amerikaan die wij verdachten was een burger die gevangen was op Guam en de naam "BURMA RED"had. Die ik persoonlijk een aantal malen op het kantoor van de tolk heb gezien.

Bewijsstuk #6 lijkt erg bekend maar ik kan hem niet plaatsen, daarom wil ik niets over hem verklaren.

Q. Kunt u de namen geven van andere Amerikaanse gevangenen die getuigen zijn geweest bij de mishandeling en marteling van de 13 Nederlanders.
A. Ja, die zijn als volgt: Majoor W.K Horrigan. 2e luitenant J.N Michie, 1e luitenant W.R Slone. David J Hicks. 1e luitenant Allen, G Hollis. 1e Sergeant George W Scott. Bobbie Gerrel Robbinson. PFC John Paul Campbell.

Q. Kunt u de namen geven van getuigen die aanwezig waren bij de mishandeling van de burger Reed?
A. Ja, dat waren de zelfde als boven genoemde personen.

Q. Waren de zelfde personen getuige van jouw mishandeling door Korporaal Mori?
A. Ja, deze waren aanwezig, maar ik weet niet of ze het incident hebben gezien.

Q. Kunt u ons namen geven van getuige die misschien aanvullende informatie hebben over mishandelingen uitgevoerd door "GALLEY HONCHO".
A. Alle boven genoemde personen kunnen informatie verstrekken, maar dat weet ik niet zeker.

Q. Kunt u enige andere Amerikaan die de tolk kan identificeren?
A. Nee, misschien een van boven genoemde personen.

Q. Kunt u de ongezonde situatie beschrijven die Amerikaanse krijgsgevangenen moesten doorstaan in kamp Fukuoka #2?
A. De volgende personen: T.N Drake. F.P Cieplinski. E.L Donaho. L.H Ortiz alle van 131e FA 36e Divisie, waren betrokken bij de poging om voeding te stelen rond oktober 1944.
Ze werden gestraft door klappen en plaatsing in het wachtgebouw voor twee of drie weken. Zover ik weet was het steen koud en beneden het vriespunt, kleding werd hun geweigerd, behalve het shirt en de broek die ze aan hadden ten tijden van hun aanhouding voor enkele dagen. Hierna kregen ze een overjas en een deken. Alle gevangene in het wachtgebouw werden onder de zelfde condities opgesloten. Ik ben niet in staat de Japanners te identificeren die hierbij waren betrokken, maar weet wel dat de commandant van de situatie op de hoogte was.

Q. Kunt u aanvullende informatie geven over de mensen die onder dwang aan militaire installaties moesten werken?
A. Nee, hier kan ik u geen aanvullende informatie over verstrekken.

Q. Bent u in staat om nadere informatie te geven over de blootstelling van de gevangenen aan geweervuur, bombardementen of andere oorlogsgevaren?
A. Alleen dat er een batterij anti vliegtuig gestationeerd is op een heuvel 150 meter van het kamp. Deze kon vuren op Amerikaanse vliegtuigen. Tijdens bepaalde momenten konden we de vliegtuigen horen duiken. We werden voor zover ik weet niet beschoten door dit kanon.

Q. Kunt u informatie geven over collectieve straffen aan een groep of individu, voor misdragingen gepleegd door derde?
A. Ja, Als iemand werd gepakt voor stelen, werden de rode kruis verstrekkingen stop gezet, tevens werden een aantal maaltijden niet verstrekt. Tijdens een gelegenheid toen ik Kantine officier was, hadden we een kantine Korporaal "GALLY HONCHO"genaamd(niet degene hier boven genoemd maar een andere) die hier te werk was gesteld in de periode september 1943 tot januari 1945. Dit was een Korporaal van 29 jaar oud,5 Foot 6 lang, ongeveer 135 pond zwaar en glad geschoren. Deze kantine Sergeant hield mij verantwoordelijk voor de fouten die het keuken personeel maakte. Een incident gebeurde in mei 1944, de koks waren bezig een container te ontladen waar 200 pond aan voedsel pakketten in zaten. De koks moesten over een loopplank lopen die zeer smal en wankel was. Twee van de koks verloren hun evenwicht en lieten een ton met Soja pasta vallen op de rotsen er onder, waardoor deze open brak in de inhoud in de zee verdween. Later liet: "GALLY HONCHO" al het personeel uit de keuken aantreden en begon mij te ondervragen over het incident. Hij werd kwaad en begon mij in mijn gezicht te slaan met zijn vuisten. Hij brak mijn neus maar sloeg me niet bewusteloos. Nadat hij met mij klaar was na 10 a 15 minuten liep hij langs het keuken personeel en sloeg elk van hun een paar keer in het gezicht. Hierna moesten we een uur in de houding staan. "GALLY HONCHO" moest iets vinden om aan te merken en hem een reden geven om mij weer te slaan met wat hij ook maar kon vinden, ik moest naar beneden kijken terwijl hij me op de achterkant van mijn hoofd sloeg. Tevens werd ik meerdere malen onder mijn achterwerk geschopt maar dat gebeurde vaak en regelmatig elke dag.

Q. Kunt u enige verdere informatie geven over de condities, medische zorg en voeding in kamp Fukuoka #2.
A. Er was nooit genoeg voeding, ongeveer 1200 calorieën per dag, en we kregen nooit genoeg bedekking dan behalve een stromat in een erg tochtende barak. Ondanks dat er genoeg medische voorraad aanwezig was in het kamp werd dit niet aan ons verstrekt. Als een gevangene een aanhoudende diaree had werd hij apart gezet en kreeg hij voeding van een mede gevangene. Er werd niet door een arts naar hen omgekeken.

Q. Heeft u kennis van andere mishandelingen dan hiervoor genoemd gepleegd door de Japanners?
A. Nee, ik kan geen aanvullende informatie verstrekken over mishandelingen gepleegd door de Japanners.

Q. Bent u in staat enige ander Japanner te beschrijven uit Fukuoka #2?
A. Ja, de eerste kamp commandant voor kapitein Nozaki kan ik als volgt beschrijven: Naam onbekend, ongeveer 65 jaar oud, Majoor in het Japanse leger, ongeveer 5 Foot 10 lang, ongeveer 165 pond zwaar, een terugtrekkende haarlijn, glad geschoren en had een erg luide stem. Hij toonde geen interesse in de dagelijkse gang van zaken in het kamp en liet alles aan de Sergeant majoor over. Een groep van officieren pleiten bij hem om het slaan en schoppen te stoppen maar hij negeerde hen.

Q. Bent u ooit ondervraagd door Japanse inlichtingen officieren?
A. Nee.

Q. Kunt u enige verdere informatie verstrekken die zouden helpen tot veroordelen van Japanners die oorlogsmisdaden hebben gepleegd.
A. Nee, ik heb alle informatie gegeven die ik mij kan herinneren.

Ik, Millet A. Straughan, van meerderjarige leeftijd, verklaar onder ede dat ik de voorgaande verklaring naar eer en geweten heb gegeven.

Deze verklaring is afgenomen door William, J Block in aanwezigheid van Ben Davis special agent 112e CIC detachement en door beide ondertekend.

Mei 1947