Vertaling van een getuigenis van:
O.B. Williams; Voormalig Staf Sergeant

Fukuoka #2 Main        Fukuoka #6
Vertaald door Gerrit Breet

Vertaling van een getuigenis van:
O.B. Williams
Voormalig Staf Sergeant ASN 20614051
Rotan Texas

Mijn naam is O B Williams. Mijn permanente verblijfplaats is BOX 492 Rotan Texas.
Ik ben nu 34 jaar oud. Ik was een voormalig Staf Sergeant ASN 206140 In het 131 Regiment E Batterij. Van het Amerikaanse Leger. Nadat ik had dienst genomen op 25 november 1940 vertok ik naar zee op 21 november 1941 om vervolgens terug te keren op 1 november 1945. Ik ben ontslagen uit werkelijke dienst op 2 juni 1946.

Ik ben gevangen genomen te Soerabaja, Java op 10 maart 1942, door een Japanse grond eenheid, waarvan de naam mij niet bekend is.

Ik werd gevangen gehouden in Jarmaar krijgsgevangenkamp te Java. Een Japanse 2e Luitenant van ongeveer 50 jaar en een voormalige professor Engels aan de universiteit van Tokio was onze kamp commandant. Tijdens mijn verblijf in dit kamp herinner ik mij een zware mishandeling van een Luitenant van het Nederlandse leger. Deze Luitenant had problemen met iemand van het wacht personeel wat resulteerde in klappen met bamboe stokken en geweer kolven om vervolgens aan een boom vastgebonden te worden, ontdaan van al zijn kleding moest hij 48 uur in de zon staan. Nadat hij werd losgemaakt was hij overdekt met sneden en schaafwonden en had een gebroken arm.

Ik verbleef in dit kamp tot september 1942 waarna we werden overgeplaatst naar een locatie die H.B.S school te Soerabaja Java hete. We verbleven hier voor een periode van 7 weken en tijdens ons verblijf waren dagelijkse mishandelingen zeer gewoon. Tijdens een gelegenheid toen twee gevangenen een poging wilden ondernemen om te ontsnappen werden ze gepakt. Hun straf was "vastgebonden worden aan het wachthuis" waar ze langdurig door de wacht met bamboe stokken werden geslagen. Ook werden ze op verschillende manieren gemarteld. De meest gebruikte manier was sigaretten afpakken van de gevangenen en uitdrukken in zijn gezicht. Deze twee manen werden later opgesloten in een stalen kooi en in de zon gezet zonder kleding behalve een korte broek. Tijdens hun straf kregen ze geen eten en drinken.

Na ons verblijf daar werden we verplaatst naar Batavia waar we verbleven tot 29 oktober 1942.
Hier vertrokken we per boot naar Singapore. Ik verbleef met 400 man in een ruim die beneden het waterniveau was. Slaag aan boord was normaal en hard en vaak ook zonder aanwijsbare reden. Een Japanse Sergeant Majoor had de leiding bij ons in het ruim en werd door ons de Bull Dog genoemd.

We kwamen aan op 2 november 1942 en vertrokken naar Nagasaki op 9 november 1942.

In Nagasaki kwamen we in het Fukuoka kamp nummer 2 de commandant was een Japanse Majoor van ongeveer 65 jaar oud en gedeeltelijk kaal. We noemden hem "de oude man". Het was in dit kamp tijdens mijn taak als NCO van de week (onder officier van dienst) tijdens het samen werken met een Amerikaans leger officier (Luitenant Hollis G Allen uit Dalas die Officier van de week was dat ik de zwaarste bestraffing meemaakte van dit kamp. Door Nederlandse gevangenen was er voedsel gestolen uit de kantine en als onder officier van de week moest ik de schuldige zoeken. Uiteindelijk hadden de Japanners zelf dertien Nederlanders gepakt waarvan ze dachten dat ze schuldig waren. Deze dertien mensen werden geslagen en geschopt terwijl ze op de grond lagen. Kokend water werd in hun keel gegoten en ze werden geslagen met als reden ze te laten toegeven van hun misdaden. Een Japanse burger tolk, die tien jaar in California had gewoond, daar in de fruit business had gezeten droeg een bril, was 1 meter 50 lang en ongeveer 40 jaar oud sprak goed Engels en gebruikte Amerikaans dialect, was verantwoordelijk voor het slaan en moedigde de mishandeling aan om de gevangenen aan het praten te krijgen. Hij was erg jaloers op de Amerikanen. Hij was persoonlijk verantwoordelijk voor het slaan van mij voor het in bezit hebben van een pen. Ik werd geslagen met een knuppel die de grote had van een honkbalknuppel door een Japanner die de bijnam "de Wezel" had.

Later kreeg ik de leiding over een groep in de scheepsbouw. In mijn groep zat een man uit Hawaï die erg ziek was en ik vroeg lichte dienst voor hem. Hij had een acute aanval van diarree, maar hij kreeg geen toestemming om naar het ziekenhuis te gaan. Deze man overleed twee dagen later aan longontsteking.

Hier was ook een Kapitein die dokter was in het Nederlandse leger ( kapitein Vicerich) hij had de leiding in de Ziekenboeg op het kamp. Hij deed erg weinig voor de geallieerde gevangenen en als het mogelijk was weigerde hij hun verzorging en opname in het ziekenhuis. Veel gevangenen geloofde dat hij collaboreerde met de japanners.

Een Amerikaanse gevangene werd gepakt voor het stelen van Soja bonen pasta en hij had zoveel gestolen dat hij het waarschijnlijk had weggegeven of had verkocht. Hij werd gedwongen om naman te noemen aan wie hij de pasta had verkocht. Deze mensen kregen verschillende straffen zoals: geen eten en drinken, op handen en voeten staan voor drie uur en drie kwartier met gestrekte armen en benen als ze deze houding onderbraken of van de een naar de andere kant leunden werden ze door de Japanse bewakers geslagen met knuppels. De Japanse Sergeant die wij "The Chinless Wonder"noemde (het kinloze wonder) Had de leiding over deze bestraffing.

Op 21 juni 1945 weren we overgeplaatst naar Fukuoka 6 waar we tewerkgesteld werden in de kolenmijnen. Waar straf en slaag aan de orden van de dag waren. De leider van mijn groep was een Japanner die de bijnaam "The Horse" had (het paard) Hij was verantwoordelijk voor veel slaag en straffen en het mishandelen van gevangenen.

We bevrijden ons zelf op 28 augustus 1945 en Amerikaanse troepen bevrijden ons op 12 september 1945

Vervolging divisie Nederlandse Divisie 2 December 1946

De bijlage is een kopie van een brief, gedateerd op 4 augustus 1944, van de krijgsgevangenen medische staf, Fukuoka kamp Nr 2, geadresseerd aan de kamp commandant, van het Fukuoka kamp Nr 2

Verzoek jullie divisie contact persoon "Mannis Waisfisz"Officier van gezondheid, 1e klasse, tot het verstrekken en beantwoorden van de volgende vragen.

Om deze brief te identificeren( gezien de originele brief niet in ons bezit is en de kopie niet is voorzien van enige handtekening).
Om de volgende vragen te beantwoorden:

Heeft deze brief de kampcommandant bereikt, kapitein NOZAKE?

Heeft deze brief de kamp arts bereikt, Luitenant MATSUMURA?

Aan wie is deze brief overhandigd?

Zijn er enige verbeteringen geconstateerd nadat deze brief was afgegeven?

Om een medische verklaring af te leggen omtrent de medische condities in Fukuoka Nr 2 en de nabij gelegen dokken en steigers.

1 Bijlage
H. Pos
Kapitein, RNIA

Kopie    Pagina. 1

De kamp commandant
Japans krijgsgevangenkamp
Fukuoka Nr 2     4 Augustus 1944.

Meneer,